Naziv kolegija: Suvremeni nizozemski jezik VI

Izvođač: Maarten Rombouts

ECTS bodovi: 4

Jezik: nizozemski

Trajanje: jedan semestar

Status: obvezatan

Oblik nastave: 4 sata jezične vježbe tjedno + individualna nastava sa studentima

Uvjeti upisa: položen kolegij Suvremeni nizozemski jezik IV, odslušan kolegij Suvremeni nizozemski jezik V

Ciljevi: Utvrđivanje gradiva kolegija Suvremeni nizozemski jezik V. Usavršavanje usmenog i pismenog komuniciranja na korektnom nizozemskom jeziku. Pomoć studentima koji imaju poteškoće u svladavanju gradiva. Usvajanje pasivne i aktivne kompetencije u pitanjima jezika, društva i aktualnosti.

Uloga kolegija u ukupnom kurikulumu: ključni predmet za stjecanje produktivnih i receptivnih jezičnih kompetencija na nizozemskom

Korištene metode: Aktivan i interaktivan proces učenja jezika pri čemu studenti (uz vodstvo izvornoga govornika) jezik koriste u međusobnoj komunikaciji i uče jedni od drugih, i to pomoću ciljanog jezičnog sadržaja i komunikacijski usmjerenih zadataka. Studenti šire vokabular i napreduju u jezičnoj kompetenciji od razine razvojnoga korisnika B1 prema razini samostalnoga korisnika B2. Pritom je neposredna pažnja usmjerena upotrebi točnih (gramatičkih) oblika. Studenti počinju s ciljanim usvajanjem jezičnih kompetencija na nizozemskom jeziku potrebnih za sudjelovanje u akademskom okruženju na tome jeziku.

Sadržaj: Tjedan 1-4. (Među)nacionalno (4). Gramatika: upotreba glagolskih oblika, oblik zou(den) i izricanje uvjeta. Tjedan 5-8. Kreativno (5). Gramatika: odnosna zamjenica, oblik zou(den) i izricanje neprovjerene informacije. Tjedan 9-12. Održivo (6). Gramatika: zamjenički prilozi, oblik zou(den), djeljivi glagoli s prijedložnim prefiksom. Tjedan 13-15. Ponavljanje i pripremanje za ispit. Cjeline iz gramatike De regels van het Nederlands: negacija; jednostavne i složene rečenice; veznici; oblik i funkcija glavne rečenice; oblik i funkcija zavisne rečenice; posebne glagolske konstrukcije; upitne zamjenice i prilozi; sintaksa: oblici i funkcije; poredak riječi u sredini rečenice; sintaksa složenih rečenica; pasivne rečenice; pravopis, interpunkcija.

Literatura: Obvezatna: Nederlands op niveau, De Boer & Lijmbach, Bussum: Coutinho, 2015. Help 3: Zal ik u even helpen?, Dumon Tak et al., NCB, 1996. De regels van het Nederlands, Grammatica voor anderstaligen, Florijn et al., Groningen: Wolters-Noordhoff, 1994. Vlastiti materijal.

Studentske obveze i kontrola uspjeha: Redovito pohađanje satova, predaja obveznih zadaća; pismeni i usmeni ispit.

Vak: Hedendaags Nederlands VI

ECTS-punten: 4

Taal: Nederlands

Duur: een semester

Status: verplicht

Onderwijsinrichting: 4 uur per week inoefening + individueel onderricht met studenten

Toelatingsvoorwaarden: geslaagd voor tentamen Hedendaags Nederlands IV, Hedendaags Nederlands V gevolgd hebben

Doelen: Inoefening van de stof van Hedendaags Nederlands V. Werken aan correcte mondelinge en schriftelijke communicatie. Hulp aan studenten met studieproblemen bij dit vak. Het verwerven van passieve en actieve competentie op het gebied van taal, maatschappijkennis en actualiteit.

Plaats van het vak in het gehele curriculum: sleutelvak voor het bereiken van productieve en receptieve competentie in het Nederlandse taalgebruik

Gebruikte methode: Actief en interactief proces van taalleren, waarbij de studenten (onder begeleiding van een moedertaalsprekende docent) de taal met elkaar gebruiken en van elkaar leren door middel van zinvol taalaanbod en communicatieve opdrachten. De studenten breiden hun woordenschat uit en verbeteren hun taalvaardigheid van B1- naar B2-niveau. Hierbij wordt ook expliciet aandacht aan de juiste (grammaticale) vorm geschonken. Er wordt een begin gemaakt met verwerven van talige vaardigheden in het Nederlands om goed te kunnen functioneren in een academische studieomgeving.

Inhoud: Week 1-4, H4: (Inter)Nationaal. Grammatica: werkwoordstijden, (zou)den als voorwaardelijke wijs. Week 5-8, H5: Creatief. Grammatica: het relatief pronomen, zou(den) bij onzekere informatie. Week 9-12, H6: Duurzaam. Grammatica: het voornaamwoordelijk bijwoord, zou(den), scheidbare werkwoorden met prepositie. Week 13-15: Herhalingsoefeningen en voorbereiding op examen. Onderdelen uit De regels van het Nederlands: negatie; eenvoudige en complexe zinnen; conjuncties; vorm en functie van de hoofdzin; vorm en functie van de bijzin; speciale werkwoordelijke constructies; vragend voornaamwoord en vragend bijwoord; syntaxis: vormen en functies; woordvolgorde in het middendeel van de zin; syntaxis van complexe zinnen; passieve zinnen; spelling en interpunctie.

Literatuur: Verplicht: Nederlands op niveau, De Boer & Lijmbach, Bussum: Coutinho, 2015. Help 3: Zal ik u even helpen?, Dumon Tak et al., NCB, 1996. De regels van het Nederlands, Grammatica voor anderstaligen, Florijn et al., Groningen: Wolters-Noordhoff, 1994. Eigen materiaal.

Studieverplichtingen en slagingscontrole: Regelmatige aanwezigheid op het college en inleveren huistaken; schriftelijk en mondeling tentamen.